2023
zaterdag 21 januari 20.15 uurRobbert Muuse (bariton) en Micha van Weers (piano) - liederencyclus Die Winterreise van Franz Schubert
zaterdag 18 februariEsther Apituley, Hans Dagelet en Guus Janssen met 'In de schemering'
zaterdag 1 aprilWibi Soerjadi (piano) - Liszt-programma
zondag 21 meiRobbert Muuse (bariton) en Micha van Weers (piano)
zaterdag 24 juni 20.15 uurVocaal Ensemble Sirius en het Hanze Consort
vrijdag 22 september 20.15 uur‘La Petite Écurie’ - ‘No Strings Attached’, virtuoze kamermuziek voor hoboband
zaterdag 28 oktober 20.15 uurVirpi Räisänen - mezzo-sopraan, Jean van Vugt - piano concert geannuleerd
zaterdag 25 november 20.15 uur'Verlies hoop en troost’ Gabriel Fauré - Requiem en Hoite Pruiksma - I stood with the dead - Capelle Frisiae en de Roden Girl Choristers olv. Hoite Pruiksma
Felix Mendelssohn-Bartholdy (1809-1847)
Prealudium in c op 37 /1
Johannes Brahms (1833-1897)
Es ist ein Ros entsprungen op 122
R. Schumann (1810-1856)
Canon in a
Skizze in C
Piet Post (1919-1979)
Nu zijt wellekome
Albert de Klerk (1917-1998)
Interludium
Aria
Toccata
Johann Sebastian Bach (1685-1750)
Fuga in d BWV 539
In Dulci jubilo BWV 729
Maurice Dupré (1886-1971)
In Dulci jubilo
Claude Balbastre (1727-1799)
Quand Jesus naquit a Noel (variaties)
Alexandre Pierre François Boély (1785-1858)
Bin ich gleich von dir gewichen
Fantasie in Bes
Erwin Wiersinga (1962) studeerde aan het Stedelijk Conservatorium te Groningen bij Wim van Beek en behaalde het Diploma UM orgel met onderscheiding. Ook behaalde hij het UM diploma piano bij Gerben Makkes van der Deijl. Verdere studie volgde hij bij o.a. Harald Vogel, Marie Claire Alain en Guy Bovet.
In 2014 is hij, samen met Leo van Doeselaar, benoemd tot titulair organist op het fameuze Arp Schnitgerorgel in de Martinikerk te Groningen.
Erwin Wiersinga is orgeldocent aan de Universität der Künste te Berlijn en aan het Prins Claus Conservatorium te Groningen. Hij concerteerde in vele Europese landen alsmede in Korea China en Japan. In 2007 was hij solist in de Berliner Staatsoper, waar hij de orgelsolo uit de opera Doktor Faust van Busoni o.l.v Daniel Barenboim vertolkte. In 2012 was hij gastdocent aan het State Conservatory van Beijing. Hij is te beluisteren op verschillende CD’s, waarvan de CD ‘Orgelcultuur in Groningen’, opgenomen met enkele Groningse collega’s, werd bekroond met een Edison. In 2004 nam hij samen met het vocaal ensemble The Gents het Requiem en de Messe Cum Jubilo van Maurice Duruflé op. Deze CD werd in de internationale pers zeer lovend ontvangen en in het franse Classic Today opgenomen in de top 10 van beste CD’s in 2005. In de USA werd de CD onderscheiden met de Classic Internet Award. Ook verscheen het complete orgelwerk van Jehan Alain, opgenomen met collega Leonore Lub voor de NCRV radio op CD. In 2008 verscheen een CD met Yfynke Hoogeveen waarop eigen bewerkingen van o.a. de Tombeau de Couperin van Ravel voor solo orgel en de klarinetsonate van Poulenc zijn te horen.
Erwin Wiersinga is regelmatig actief in verschillende orkesten waaronder het Concertgebouworkest. In die hoedanigheid werkte hij met dirigenten als Mariss Jansons, Ricardo Chailly, Ivan Fischer, Philippe Herreweghe, Sir Colin Davis en Leonard Slatkin.

Theaterkrant 17 december 2022 door Max Arian
De première van Klokgelui was op de koudste en gladste avond van het jaar in de Thomaskerk in Amsterdam-Zuid. Niet in de theaterzaal, maar in de kerkzaal, met gebruik van preekstoel, kerkorgel en verschillende andere muziekinstrumenten, voorop natuurlijk de mooie, warme altviool van Esther Apituley. Zij en Hans Dagelet zullen de voorstelling nog wel in meer kerken willen spelen. Aanbevolen voor 7+ en vooral geschikt voor kinderen met hun ouders, grootouders of desgewenst overgrootouders.
De vorige voorstelling van Hans Dagelet en Esther Apituley heette In de schemering en bracht in coronatijd een onverwacht mengsel van theater, muziek en literatuur. ‘Waarom val je me telkens in de rede?’ vraagt Esther Apituley aan het eind daarvan aan Hans Dagelet en hij belooft dat nooit meer te zullen doen. Dat lijkt het uitgangspunt te zijn geworden voor Klokgelui, waarvan de tekst is geschreven door Don Duyns en de regie in handen is van Titus Tiel Groenestege. Het verhaal speelt zich af in een kerk, waar het ook in werkelijkheid speelt en waar Hans Dagelet een verlegen, eenzame, maar praatgrage vrijwilliger is, in een raar pak. Hij heeft met veel moeite en redelijk wat geld de wereldberoemde altvioliste Esther Apituley naar die kerk weten te krijgen om een recital te geven. Maar telkens als zij de muziek wil inzetten of haar begeleider, pianist en organist Emiel Janssen een paar noten speelt, moet Dagelet eerst nog een inleiding houden, een verhaal vertellen of een raadsel opgeven. De situatie keert zich om en om, totdat het lijkt alsof het Apituley is, die met haar muziek de monoloog van Dagelet telkens verstoort. Zo zijn er meer kleine, subtiele en grappige omdraaiingen. Uiteindelijk krijgt de altvioliste steeds meer belangstelling voor hem. Of is het eerder medelijden? Als de pianist een beroemde wals speelt en die rare vrijwilliger haar ten dans vraagt lijkt zij zelfs even voor hem te bezwijken. Op de een of andere manier lijkt het leven van de violiste parallel te lopen met een lang uitgesponnen, maar ontroerend verhaal over een vrouwelijke eendagsvlieg, dat Dagelet vanaf de preekstoel vertelt. Hoe die ‘s ochtends wordt geboren, een mannetjesvlieg ontmoet, met hem trouwt, honderden kindertjes krijgt, haar man verliest en weer een andere mannetjesvlieg vindt en uiteindelijk ’s avonds vanaf de rand van een blad zit te genieten van de zonsondergang op haar laatste en enige dag. Het is misschien allemaal even tevergeefs, het leven van een eendagsvlieg, van een overijverige vrijwilliger, van een beroemde violiste en dat van het publiek, dat in grote eendracht een onchristelijke versie van ‘O dennenboom’ zingt: ‘Ik ben de boom, ik ben de boom, nu lijkt het leven wel een droom’. Soms is er even harmonie, zeker is dat zo wanneer het klokgelui van de kerk als door een wonder van boven samenvalt met de muziek, die beneden wordt gespeeld door de pianist op het kerkorgel, de violiste op een enorme trom met een kleine bekken en de vrijwilliger op de bugel. Want dit is een charmante voorstelling, waarin veel te herkennen valt voor wie al dan niet nog ter kerke gaat.
